Regels en Speelveld
Fouten
- Inworp vanaf de zijkant bij eenvoudige fouten.
- Twee vrije worpen, wanneer twee spelers een fout tegen één speler begaan.
- Twee vrije worpen bij een fout begaan tegen een speler die een doelpoging ondernam, in geval het schot mis ging.
- Eén vrije worp bij een fout tegen een speler, die een doelpoging ondernam, in geval het schot raak was (de twee punten voor dit geraakte schot tellen sowieso).
- Twee vrije worpen, waarbij de spelers van het team dat een opzettelijke fout tegen de scheidsrechter (technische fout) beging, achter de vrijworp schutter moeten aan staan. Hierna krijgt het team waartegen de technische fout werd begaan een inworp vanaf de zijkant.
- Eén vrije worp bij iedere fout gemaakt, na de zevende fout van het team dat de fout beging, waarbij alle spelers achter de vrijworp schutter moeten gaan staan. Hierna krijgt het team waartegen de fout werd begaan een inworp vanaf de zijkant.
N.B. een technische fout kan ook tegen een team gegeven worden, wanneer het zich bij herhaling onredelijk gedraagt jegens de tegenstanders of de scheidsrechters.
Vrije worp:
De speler tegen wie de fout begaan is, moet de vrije worp(en) zelf nemen. De vrije worp vindt plaats van achter de vrijeworp-lijn.
Alle overige spelers moeten zich buiten het vrijeworp-gebied opstellen. Zij mogen plaatsnemen aan de schuine lijn van de bucket (vier verdedigers aan de zijkanten en twee aanvallers in het midden).
Na de laatste vrije worp gaat het spel verder en alle spelers mogen het vrijeworp-gebied (de bucket) betreden, zodra de bal los is van de hand van de schutter. Wanneer de schutter het bord en de ring mist, is de vrije worp ongeldig en krijgt de verdedigende partij een inworp vanaf de zijkant.
Buitenspel
De bal is uit het speelveld, wanneer de bal buiten het speelveld of op de lijn de grond raakt.
De bal is ook uit wanneer hij wordt aangeraakt door een speler die op de lijn of buiten het veld staat. De bal dient dan weer in het spel te worden gebracht achter de uitlijn waar de bal overheen is gegaan.
Terugspelen op eigen helft: Wanneer een aanvaller de bal naar zijn eigen helft terug speelt en de bal daar wordt aangeraakt door een speler van het aanvallende team, is dit terugspelen op eigen helft. Wanneer de bal wordt gespeeld naar een speler die vanaf de eigen helft komt en nog niet in aanraking is geweest met de aanvalshelft, dan wordt dit ook gezien als terug spelen op eigen helft. Bij constatering van terugspelen op eigen helft dient de scheidsrechter een inworp aan de zijlijn te geven ter hoogte van de middellijn.
N.B. het teken voor terugspelen op eigen helft is hetzelfde als voor een uitbal, met dit verschil dat bij terug spelen op eigen helft het teken in de richting van de middellijn wordt gemaakt.
Voetbal:
Het spelen van de bal met de voet is niet toegestaan.
Het onopzettelijk raken van de bal met de voet wordt niet gestraft.
Vaak fluiten scheidsrechters pas als er sprake is van een schoppende beweging.
De drie seconde regel:
Een speler van de in balbezit zijnde partij mag zich niet langer dan drie seconden in de bucket (het trapezium voor de basket) van de tegenstander ophouden.
Na een doelpoging wordt opnieuw begonnen met het tellen van drie seconden.
Inworp:
Na het overtreden van de regels wordt ingeworpen aan de zijlijn, zo dicht mogelijk bij de plaats van de overtreding, mits de overtreding niet wordt bestraft met vrije worpen.
Na een geslaagde doelpoging wordt er ingeworpen van achter de achterlijn.
